Het is weer de hoogste tijd voor een zwammenblogje. Deze keer – een deel van – de opbrengst uit wandelbos Groenendaal, gemaakt in de eerste helft van oktober. Eerst ga ik echter even een klein stukje terug in de tijd. In hetzelfde bos maakte ik op 26 september namelijk deze foto van een slijmzwam (zie PaddoSeptemberblog1):

< TIP: voor een grotere en beduidend betere weergave loont het de moeite een foto even aan te klikken! Wil je alle foto’s uit dit blog in groot formaat bekijken, maak dan gebruik van de beeldencarrousel aan het eind van dit blogbericht>
Via een voor mij zeer nuttige paddestoelengroep op Facebook werd ik al gauw richting de Netwatjes gestuurd. In een vroeg stadium – zoals op deze foto – was daar echter verder nog niet zoveel van te zeggen. Ik had de plek waar ik ze had gezien in mijn geheugen geprent en zodoende kon ik de ontwikkeling gaan volgen… mits het niet te snel zou gaan. Op 2 oktober was ik pas weer ter plekke, voor sommige slijmzwammen een groot tijdsverschil. Ze waren gelukkig van het tragere type en zagen er nu zo uit:

Het zou nu volgens een deskundige kunnen gaan om het Karmijnrode Netwatje of het Variabele Netwatje. Ze zijn alleen van elkaar te onderscheiden na microscopisch onderzoek. Dat gaat mijn nou net iets te ver. Voor je het weet ben je mycoloog… Als ik echter diverse foto’s op het WWW bekijk, neig ik naar het Karmijnrode Netwatje. Nog een tweetal opnames met voorzetlens, dus nog wat dichterbij. Eerst een paar exemplaren die nog niet helemaal rijp zijn.

In principe bedoeld als registrerende plaatjes, maar door de fraaie, kleurige bokeh toch eigenlijk ook wel iets meer dan dat. Mooi meegenomen!
Hier een groepje rijpe exemplaren: het netwerk is naar buiten getreden en de verspreiding van de sporen kan beginnen.

Om het verhaal compleet te maken ging ik 12 oktober nog een keer langs en toen was er niet veel meer van over dan dit. Het einde nadert.

Om nog even in de microwereld van de slijmzwammen te blijven: op 12 oktober kwam ik ook eindelijke weer eens wat exemplaren van het Beukenkorrelkopje tegen. Daar heb ik nog steeds geen echt mooie foto’s van en ook nu werd het niet helemaal wat ik voor ogen had.

Het blijft een grote uitdaging om dit soort mini-zwammetjes te fotograferen. Ze zijn slechts 2-3 mm hoog en staan vaak – zoals hier – met veel op een kluitje.
Ook met veel op een kluitje staan de volgende kleine, gele zwammetjes. Geen slijmzwammen (myxomyceten), maar zakjeszwammen (ascomyceten) en ook heel klein. Ze groeien op de uitwerpselen van koeien, in dit geval Schotse Hooglanders.

Ik werd er op attent gemaakt door een eveneens zwammen kiekende dame, anders had ik ze nooit gezien. Volgens haar waren het mestzwammetjes, maar als ik daar op zocht, vond ik niets wat er op leek. Ze groeien dan wel op mest, maar volgens mij is de naam van deze minisoort Gewoon Spikkelschijfje. Nooit van gehoord, primeurtje dus. Ik denk dat ik ze hier in een vrij jong stadium heb gezien, want het moeten uiteindelijk kleine gele schoteltjes worden. Misschien later nog maar eens terug. Het was overigens best een hele toer om dit een beetje netjes op de foto te krijgen, want – met voorzetlens – moet je wel heel erg dicht op de koeienvlaai kruipen en zorgen dat je er niet mee in aanraking komt! Dat lukte bijna… het stonk trouwens niet.
Dan hebben we nu de minizwammetjes wel gehad en gaan we een stapje groter. Niet veel groter, want ook een Gewoon Wimperzwammetje – ook een zakjeszwam – loop je zo voorbij als je niet goed oplet.

Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor het Kleverig Lindebekertje. Een zeer zeldzaam zwammetje dat in Groenendaal echter veelvuldig voorkomt. Meestal zie je de zogenaamde imperfecte (onvruchtbare) vorm, kleine zwarte speldjes met een wit knopje. Vaak half verscholen tussen het mos. De perfecte vorm ziet eruit als een zwarte schotel, maar die heb ik dit jaar nog niet kunnen vinden.

Ook zeldzaam, maar een stuk groter en eveneens wél in Groenendaal te vinden, is de Zalmzwam. Ik weet daar een plekje waar je ze kunt vinden; helaas in het hondendeel, dus is het goed opletten waar je op de knieën gaat!

Vorig jaar stonden ze er en dit jaar opnieuw. Helaas geen exemplaar met de kenmerkende mooie aders op de hoed. Wel nog een aardig tafereeltje van een kleintje onder de beschermende hoed van een paar grotere. Met veel bokeh bollen als bonus.

Honingzwammen zijn er genoeg en vaak flink van formaat. Maar ook honingzwammen beginnen klein. Dit ‘peper-en-zoutstelletje’ was ook maar amper een cm hoog. Het gaat hier om jonge Knolhoningzwammen, heb ik me wijs laten maken…

Net als bij veel dieren het geval is: als ze klein zijn, zijn ze leuk, maar o wee als ze groter worden… Zeg nou zelf.

De volgende Honingzwam is, ondanks de verdikte voet, geen Knolhoningzwam, maar een Echte Honingzwam. Op een stukje dood hout met in de achtergrond nog een tweetal soortgenoten.

Twee onderwerpen en bokeh bollen in de achtergrond… dat vraagt om de trukendoos. Na veel kantelen en draaien was dit het – magere – resultaat. Het is ook niet zo eenvoudig.

We geven het echter niet zo gauw op! Nog even aanmodderen leverde dit plaatje op. Niet wat de bedoeling was, maar de in de lucht zwevende sporenkapsels van één of andere mossoort was ook wel een aardig effect.

Een zwammensoort waar ik tot voor kort nog nooit van gehoord had, is de Oranjerode Stropharia. Redelijk opvallend en daardoor – voor een leek – vrij zeker te determineren.

De hoed van een iets ouder exemplaar:

Qua formaat en kleurstelling zou nu een Vliegenzwam wel passen, maar helaas… die ben ik in Groenendaal – nog – niet tegen gekomen. Wel een vlieg op een zwam, een inktzwam in dit geval:

Ook een vlieg alleen, niet op een zwam maar op een boomstam. Hoort misschien niet in dit blog thuis, maar dit soort vliegen zie je wel vaak op en bij zwammen. Een zwammenvlieg dus. Voor de afwisseling eens wat anders

En ook inktzwammen kwam ik vaker tegen, maar een echt mooi Hazenpootje nog niet. Hoewel dit er misschien wel eentje is:

De volgend inktzwam is zeker géén Hazenpootje, maar wat dan wel?

Na dit korte serietje ‘afgehakte’ paddo’s eindelijk weer een groepje dat er helemaal op staat. Waarschijnlijk gaat het hier om Rode Zwavelkopjes.

De Goudvliesbundelzwam (of een naast familielid), ook met de steel geheel in beeld:

De volgende zwammen hebben geen steel. Probleempje minder dus. Een detail van een Judasoor: het licht viel hier mooi door de dunne oorschelp…

Ik zie niet zo vaak koraalzwammetjes, zeker niet van de bleke soorten als de Rechte Koraalzwam. Ik vind het ook niet eenvoudig om ze mooi vast te leggen, maar omdat ik dit wel een mooi strak exemplaar vond, krijgt-ie toch een plaatsje in dit blog.

Een ‘schemerlamp’-mycena mag natuurlijk niet ontbreken. Niet erg origineel: volgende keer eens proberen of ik het lampje in het tweede exemplaar ook brandend kan krijgen…

In mijn vorige zwammenblog zijn de Amethistzwammen van Leyduin uitgebreid aan bod gekomen, in veel kleurvarianten. Maar zo knallend paars als ik ze hier tegenkwam, zie ik ze het liefst; wat een kleur!

Niet alleen qua kleur erg fraai, maar ook die omgekrulde hoed doet het erg goed op de foto en nodigt uit tot een detailopname:

Een prachtige paddestoel op een mooi plekje: een Parelamaniet. Dit was een vrij forse jongen en meestal heb ik daar grote moeite mee, maar deze keer was het geen enkel probleem om er een mooi plaatje van te componeren.

Nu volgen drie foto’s die er tamelijk registrerend uitzien, maar omdat ik de naam niet weet, zijn ze dat niet. Dan noem ik het maar gewoon sfeerfoto’s.

Het zijn volgens mij algemeen voorkomende soorten, maar als ze onopvallend bruin zijn dan houdt het voor mij al gauw op. Misschien is de volgende een Sombere Honingzwam?

De compositie en de fraaie zachte achtergrond vond ik in het volgende plaatje wel geslaagd. De soortnaam doet er dan eigenlijk niet toe, maar mocht iemand het weten dan hoor ik het graag!

Tot slot nog een drietal plaatjes van wat goochelwerk. Met twee Mycena’s ben ik een poosje in de weer geweest met de trukendoos en het ging deze keer makkelijker dan bij de vorige poging, eerder in dit blog. Eerst nog wat voorzichtig, maar hier splitst de zwam in de achtergrond al lekker op.

De twee zwammetjes stonden op verschillende stukjes dood hout, die makkelijk ten opzichte van elkaar te verschuiven waren. Vervolgens kantelen en draaien met de camera leverde steeds weer ander beelden op.

De grote zwam die in de achtergrond lijkt te staan en zich op lijkt te splitsen, stond hier in werkelijkheid op de voorgrond. De wonderbaarlijke zwamvermenigvuldiger werkte hier goed! Bij kleine positieverschuivingen kreeg ik steeds weer een ander effect en dat leverde vele leuke plaatjes op. Nog één tot besluit:

Het is een leuk, maar zeker geen eenvoudig trucje. Elke keer als ik op paddo-pad ga is het weer een uitdaging: eerst zoeken naar alle ingrediënten en dan nog een mooie compositie zien te vinden. Soms valt alles op zijn plaats en lukt het ineens. Leuke hobby is dit toch… Tot zover dit lange blog. Dank voor het lezen en kijken en graag tot een volgend blog.
< Voor wie alle foto’s nogmaals in groot formaat wil zien is hier tot slot de beeldencarrousel: klik op een willekeurige cirkel om deze te starten en blader vervolgens met pijltjestoetsen of muisklikken door alle foto’s van dit blog.>