In mijn vorige zwammenblog over Groenendaal schreef ik in mijn inleiding – amper een week geleden – dat het paddestoelenseizoen nog niet afgelopen was. Hoe anders is alles na één nachtvorstje: enkel nog wat winterharde Geweizwammetjes en een verdwaalde Mycena.
Maar daarom niet getreurd: oktober was fantastisch! Vandaar dan ook dit goed gevulde tweede deel vanuit het Heemsteedse wandelbos.
Voor een kwalitatief betere weergave loont het de moeite de foto’s even aan te klikken!
Het moge dan een goed zwammenjaar zijn geweest, voor de Porseleinzwam geldt dat niet. Tenminste… ík heb er niet veel gezien die het fotograferen waard waren. Deze vind ik ook al niet supermooi, maar voor de volledigheid mag hij toch dit bal openen…
De volgende drie plaatsen worden ingenomen door niet nader bepaalde Mycena’s of vermoedelijke Mycena’s.
De Mycena is een veel voorkomend paddestoelengeslacht. De meeste zijn simpele verschijningen, maar omdat het er zoveel zijn, staat er altijd wel ergens eentje op een leuk plekje. Drie in dit geval…
Kenmerken van de Mycena’s zijn: fragiel, kegel- of klokvormige hoed, vaak gerimpeld of gestreept met daaronder een lange dunne steel. Ze variëren in grootte van piepkleine speldenknopjes tot middelgroot. Hoe kleiner ze zijn, hoe leuker te fotograferen, zoals dit kleine groepje tussen het mos.
Voor het bepalen van de soort is de standplaats niet doorslaggevend, maar wel erg belangrijk. Dit zou dan ook zomaar een Mosmycena kunnen zijn, ware het niet dat die niet bestaat…
Ik heb het al eerder geschreven: de Amethistzwam deed het prima dit jaar. Daar zal het volgende exemplaar misschien zelf anders over denken, maar ik vond hem mooi en de kleur is zoals die zijn moet!
Ook in deze vorm – jong met stevige steel en klein hoedje – zag ik ze dit jaar geregeld. Je blijft dan kieken…
Een vlieg of mug voegt vaak iets toe aan een zwammenfoto. Je moet dan wel het geluk hebben dat ze even stil willen zitten, of hangen in dit geval. Een veel voorkomende, ordinaire zwammenvlieg (strontvlieg, drekvlieg, mestvlieg…) krijgt zodoende de hoofdrol.
Sommige zwammen moet je niet te serieus nemen. Een Fopzwam is daar een goed voorbeeld van: ze heten niet voor niets zo.
Op bovenstaande foto is – in de vergroting – een klein insect zichtbaar op de hoed. Hij bleef lang genoeg zitten om er van dichterbij een betere foto van te maken. In eerste instantie dacht ik aan een muggensoort, maar dat zal wel weer niet…
En dan is het nu even tijd voor een serietje ‘andere’ paddestoelenfoto’s. Te beginnen met een detailfoto van de hoed van een – nieuwe soort! – Dooierzwam.
Een groepje Mycena’s in tegenlicht. Stevig onderbelicht om deze silhouet foto te krijgen.
Elfenbankjes liet ik tot nu toe meestal links liggen, omdat ik toch niet weet wat ik er mee moet. Dit grote, donker gekleurde exemplaar had echter een sterk licht gekleurde rand, hetgeen mij deed besluiten ook hier eens lekker onder te belichten. In de nabewerking een beetje ‘aandikken’ tot het volgende, verrassende resultaat.
Vanuit kikvorsstandpunt onder de hoed van een zwam kieken, kan eigenlijk alleen bij een voldoende groot exemplaar. De camera moet er tenslotte onder passen. Het ging hier nét…
Een groot bokeh lichtbollenfestijn en slechts één zwammetje. Helaas verder niets leuks om op scherp te stellen. Dan maar manueel focussen op niets, met dit caleidoscopische effect als resultaat. Het heeft iets mysterieus, maar je moet daar natuurlijk wél van houden.
Een detail van de gerimpelde hoed van een al wat oudere zwam, waarvan de naam er hier niet toe doet.
Twee vliegen in één klap.
De laatste van dit reeksje is – net als de eerste – weer een detail van een zwammenhoed, deze keer van een Grote Parasolzwam.
Een ietwat mistige foto van – alweer – een Mycena is een mooie overgang naar het weer wat gewonere, registrerende werk.
Eén van mijn wenssoorten wat betreft paddestoelen die ik dit jaar kon afvinken is de Oorlepelzwam. Hoe ik die gevonden heb is in deel 1 te lezen. Ik heb er deze maand verschillende keren voor op de knieën gelegen, want het blijven voorlopig toch leuke stoeltjes.
Bovendien zijn ze zeker niet allemaal hetzelfde. De volgende heeft bijvoorbeeld een opvallend dikke en lichtgekleurde, siliconenachtige hoedrand. Toch blijft het onmiskenbaar een Oorlepeltje. In de achtergrond vaag een heel jong exemplaar.
Nu met zijn tweeën vanaf een ander standpunt. Eigenlijk dus drie, als je het jonkie ook meetelt.
Een zwammenduo groeiend vanuit/vanonder een liggende boomstam. Ik kom niet verder dan dat het vermoedelijk een Melkzwammensoort is. Ik heb niet geprobeerd of ze melk gaven, daar denk ik in het veld nooit aan…
Ook het volgende duo blijft onbekend. Honingzwam zou kunnen?
Groepje grijze Mycena’s. Die zie je wat minder vaak, dus dat zou makkelijker moeten zijn… Ik waag me er maar niet aan.
Hè hè, eindelijk een bekende…
Eén van de kleinere Mycena’s. Je ziet ze vaak op/tussen mos. Mosmycena dus? Oh nee, die bestaat niet!
Eén van de allerkleinste Mycena’s, groeiend op een beukenootbolster. Bijna zo klein als een speldenknop. Beukenootmycena lijkt niet echt te bestaan, Beukebladmycena wél, maar of die ook nootjes lust?
Dit is een makkie: dit moet wel de Gewone Wimperzwam zijn. Een heel nest vol nog wel, slechts enkele mm’s in doorsnee en goed verscholen in een kleine holte van een dode boom. Er bestaan nog andere soorten, maar deze ‘Gewone’ komt het meest voor.
Als ik er toch ben, ga ik ook nog even buurten bij de Beukenkorrelkopjes. Er was weinig nieuws te melden. Ze lijken op Slijmzwammen, maar dat zijn het niet. Ze horen tot de Trilzwammen en gaan aanzienlijk langer mee. Ze stonden er half september al en ook half november deden ze het nog goed.
Nu we het toch over slijmzwammen hebben: hier is het toetje! Altijd als ik op paddojacht ga, hoop ik ze te vinden. Meestal lukt dat niet. Ze zijn met het blote oog dan ook bijna niet te zien, dus ik zal er wel overheen kijken. Toch had ik deze maand een aantal keren wél beet.
Om te beginnen een wat ‘gewonere’ soort, het Peervormig Draadwatje. Op de onderstaande foto zijn ze nog wit; het is het vroegste stadium van hun ontwikkeling.
Op de volgende foto zijn ze wat ouder. Zo heb ik ze al vaker gezien en ook gefotografeerd. Ze vallen met deze kleur natuurlijk relatief nogal op!
Ik had ze wat langer willen volgen, maar heb ze niet meer terug kunnen vinden… Ze worden uiteindelijk zoals ze op mijn kop-afbeelding staan.
De volgende foto laat een soort zien die veel weg heeft van het Peervormig Draadwatje. Ik heb veel plaatjes van Draadwatjes bekeken, maar niets gevonden dat hier op leek. Misschien zoek in een verkeerde richting. Ook deze heb ik later niet meer terug kunnen vinden.
Bij de volgende was dat wel het geval. Ze zaten dichtbij de Beukenkorrelkopjes op dezelfde dikke dode beuk en konden geen kant op. Het bleek het Langstelig Kroeskopje te zijn, een slijmzwam die zich in enkele dagen ontwikkelt. Op de derde dag dat ik ze zag, waren het al echte oude knarren en zagen er zo uit:
De dag daarvoor waren nog een stuk frisser, maar het echt jeugdige is er al behoorlijk af.
De eerste dag dat ik ze zag, leek het een totaal andere soort. Dat is gelijk het probleem met de determinatie van veel slijmzwammen. Echter op basis van deze foto kwam ik toch op de juiste naam. Ik weet niet meer hoe en ik had nog mijn twijfels, maar een dag later was ik volledig overtuigd.
Nog even kort wat techniek: de foto is gemaakt met behulp van twee tussenringen, waardoor je erg dicht op je onderwerp kunt gaan zitten. Dat was nog een heel gedoe, want ze zaten onder een stuk half los zittende schors. Ik heb diafragma f/3.5 gebruikt en veel scherptediepte heb je dan niet. Veel licht was er ook niet, dus de ISO moest naar 500. Resulterende sluitertijd lag rond 1/15s. Een statief gebruik ik vrijwel nooit, maar enige ondersteuning leek hier wel noodzakelijk, dus ik drukte de camera stijf tegen de boomstam aan en hoopte dat ik hem lang genoeg stil kon houden om een lange focus-reeks te maken. Ik heb dat een paar keer herhaald, voor de zekerheid, maar de eerste serie bleek direct al gelukt. In totaal 39 opnames samengevoegd met Helicon Focus.
Tot zover de zwammen uit het tweede deel van de maand oktober. Groenendaal is hiermee wel afgerond, maar ik ben uiteraard ook nog elders wezen kieken. Binnenkort dus meer!
Een ieder weer dank voor het lezen en kijken. Tot een volgende keer.
Voor wie alle foto’s in betere kwaliteit wil zien is hier
DE BEELDENCAROUSSEL