16 Juni 2015 – Woestduin
Wisselend bewolkt, weinig wind en een graadje of 17. Perfect weer om in Woestduin een beetje te gaan gluren in het struikgewas, op zoek naar wat kleine beestjes. Hopelijk werken ze een beetje mee. Dat lijkt er wel op, want al bijna direct zie ik op en rond brandnetels een paar onbeholpen rondfladderende kleine vlindertjes. Die herken ik meteen als Geelbandlangsprietmotten. Zo moeilijk is dat niet, want de naam dekt de lading volledig; was de natuur altijd maar zo eenvoudig. Fotograferen van deze beestjes is echter een ander verhaal. Om het hele beestje scherp op de plaat te krijgen, moet er al gauw een kleiner diafragma gekozen worden dan goed is voor een mooie achtergrond. Toch maar even proberen, ik ben hier nu toch…

Het vrouwtje heeft al behoorlijk vooraanstaande voelsprieten, maar – zoals zo vaak in de natuur – zijn de mannen weer de grootste uitslovers. Dat hun vlieggedrag daardoor wat onbeholpen wordt, moeten ze op de koop toe nemen, maar je moet wat als je indruk wilt maken op de dames::

Brandnetels zijn bij de meeste mensen niet erg populair, maar bepaalde insecten – zoals de Wolkever – voelen zich er prima op thuis. De bladeren van deze planten zijn niet bepaald erg fotogeniek, maar als je je als hobbyfotograaf een beetje in een bepaalde ‘netelige positie’ begeeft, kan het toch nog best aardige plaatjes opleveren.

Zo zie je hem nooit, zo zie je hem elke week: de Muisgrijze Kniptor. Een onopvallend en saai type:

Dit zal meteen wel de laatste ontmoeting dit jaar zijn, want na juni zijn ze weer verdwenen.
Deze Groene Snuitkevers werken onbeweeglijk aan het nageslacht en doen zich ondertussen tegoed aan het kennelijk malse brandnetelgebladerte. Tenminste… zij. Ze zijn er ondersteboven van:

Hoewel ze Groene Snuitkevers heten, heb ik nog nooit een echt groene gezien. Niet dat ik er nou al zo heel veel gezien heb, maar ik zie ze alleen maar in deze kleuren.
Ik ben de brandnetels inmiddels goed zat. Al doe je nog zo voorzichtig, je ontkomt in je jeugdige enthousiasme toch niet aan hun prikkelende aanraking. Ik besluit even in het gras te gaan kijken en daar zie ik een motje op een halm zitten. Het blijkt een microvlinder te zijn uit de Palpmottenfamilie.

Verder heb ik hier geen kevers, vliegen, vlinders of motten meer te zien.
Op de weg terug loop ik langs de varenvelden om daar mijn gluurwerk te vervolgen. Helaas, hoe ik ook mijn best doe, ik zie alleen een hommel hangen. Die wil best meewerken en hangt keurig stil. Het levert het – wat mij betreft – mooiste plaatje op van dit blog.

Omdat je wel eens hoort zeggen, dat je het mooiste voor het laatst moet bewaren, wou ik er maar gelijk een eind aan breien. Allemaal weer bedankt voor het lezen en kijken.
TOP blogje weer Dick.
LikeGeliked door 1 persoon
Vind ik ook. Mooie foto’s!
LikeLike
Brandnetels zijn interessant voor heel veel beestjes, je vraagt je af waarom. Een mooie serie met de 1e palpmot als favoriet en je verwacht het misschien niet van mij maar ook de smalle weegbree vind ik een erg mooie foto.
LikeGeliked door 1 persoon
Hoi Dick,
Zelden ga ik voor dit soort beestjes op stap. Als ik ze tegenkom inspireren ze mij soms wel. Zo’n geelbandlangsprietmot bijvoorbeeld vind ik een fraai exemplaar. De palpmot in een ruimere compositie bevalt mij beter dan de andere, het is een mooie plaat geworden. De hommel is een fraaie afsluiter.
Groet, Kees
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, je hommel is voor mij ook de mooiste van je serie, fijn helder plaatje en een prachtige sierlijke compositie!
Groetjes LOes
LikeGeliked door 1 persoon
Niet echt gemakkelijk om de Geelbandlangsprietmotten te fotograferen. Die lange sprieten maken inderdaad dat je echt heel geod moet kijken hie je dit beestje op de foto zet en. Ik vind die hanghommel werkelijk heel erg mooi en dat is ook gelijk mijn favoriet uit deze serie.
Groet, Helma
LikeGeliked door 1 persoon